Jaarstukken 2018

Verkeer, vervoer en waterstaat

Financiële toelichting

Verkeer en vervoer (2.1); voordelig saldo voor resultaatbestemming €49 dzd; nadelig saldo na resultaatbestemming €142 dzd

  • Bij het dagelijks beheer en onderhoud is er sprake van een overschrijding van de lasten. Er is een overschrijding op de post straatreiniging door het verwijderen van afvaldumpingen. De kosten voor gladheidsbestrijding zijn hoger dan begroot omdat de afrekening van 2017, die in 2018 is ontvangen, laat zien dat er in 2017 meer uitrukken zijn geweest dan het standaard aantal.
  • Het budget voor verkeersmaatregelen en VRI's is niet volledig benut. De vervanging van een aantal VRI's is uitgesteld in afwachting van de uitwerking van de westelijke doorfietsroute.
  • De lasten voor openbare verlichting zijn hoger dan begroot. De overschrijding bestaat globaal uit drie posten: ca. €30 dzd kosten herstel schade aan lichtmasten, ca. €90 dzd vervangingen en ca. €50 dzd energielasten. Het noodzakelijk vervangen van lichtmasten, armaturen en lampen als gevolg van storingen, uitval en veroudering nam het afgelopen jaar toe. Verder zijn de lasten van de OV-vervangingen van de reconstructieprojecten Spoorsingel en Groenlaan in 2018 geboekt terwijl er in eerste instantie van uit was gegaan dat deze kosten op het krediet verantwoord konden worden. Omdat pas eind september de kredieten voor toekomstige vervangingen kredieten beschikbaar zijn gesteld (besluit beleidsplan OV) was dit niet mogelijk.
    De energielasten zijn ook in 2018 hoger dan begroot. De vaste tarieven die aan Liander worden betaald en de energiebelasting zorgen voor een nadeel. Zoals vermeld in het OV beleidsplan rekent Liander nog een vast bedrag per lichtmast, ongeacht of daar een energiebesparende maatregel op is toegepast. Hierdoor komt de energiebesparing van LED armaturen voorlopig financieel nog niet ten goede aan gemeente Beverwijk. Sinds een jaar wordt het energieverbruik van ongeveer ¾ van de aansluitingen gemeten met een slimme meter. De rest wordt nog afgerekend op de oude manier. Inmiddels hebben we van een aantal aansluitingen grote bedragen teruggekregen. Voor andere aansluitingen betalen we nu juist meer. Er is ook nog een aantal aansluitingen waar het gewoon niet mogelijk was om daar slimme meters te plaatsen bijvoorbeeld door de beperkte ruimte in een meterkast of omdat ze gewoon niet bemeterd zijn en rechtstreeks op het net van Liander aangesloten zijn. De kennis over het werkelijke energieverbruik wordt langzamerhand beter. Bij Greenchoice is bekend welke aansluitingen een slimme meter hebben. Zij maken daar ook gebruik van. Mogelijk is het bedrag dat we aan stroomkosten uitgeven uiteindelijk hoger als dat wij ingeschat hebben. In de komende jaren breiden we op grotere schaal stroom besparende armaturen toe ten opzichte van de afgelopen jaren. Dat zal door de slimme meters effect hebben op de stroomkosten. Negatieve effecten zijn stijgende productiekosten, hogere netwerkkosten en de stijgende energiebelasting.
  • In 2018 zijn de lasten van de getroffen maatregelen in het kader van het GVVP lager dan begroot. Omdat het vaak jaaroverstijgende projecten betreft worden positieve of negatieve resultaten van het GVVP verevend met de bestemmingsreserve wegen (op basis van raadsbesluit INT-14-14021). Voor 2018 is daarom €46 dzd gestort in deze reserve.
  • De baten en lasten van de projecten voor groot onderhoud wegen laten een positief resultaat zien van per saldo €154 dzd. Tegenover hogere lasten voor projecten als aanpassen bushaltes en verleggen kabels en leidingen staan ontvangen subsidies en bijdragen van derden. Er zijn ook subsidies ontvangen van afgeronde projecten voor fietsinfrastructuur Zeestaat en Van Riemsdijklaan en fietsoversteekplaatsen. Aangezien jaarlijks subsidies van verschillende omvang worden aangevraagd en omdat projecten soms over meerdere jaren lopen, ontstaan jaarlijks fluctuaties in de baten en lasten. Deze fluctuaties worden opgevangen door de bestemmingsreserve wegen (op basis van raadsbesluit 2012/51815). Voor 2018 heeft dit geresulteerd in een storting van €154 dzd.

Parkeren (2.2); voordelig saldo voor resultaatbestemming €179 dzd; voordelig saldo na resultaatbestemming €9 dzd

  • Het saldo van de baten en lasten (inclusief overhead) met betrekking tot parkeren wordt verevend met de parkeerreserve.Na toerekening van de overheadlasten (€58 dzd) resteert er een positief saldo. Hierdoor hoeft er minder uit de parkeerreserve gehaald te worden dan begroot. De lasten zijn lager dan begroot, dit betreft de volgende zaken:
    • lasten beheer en onderhoud parkeerplaatsen; dit kan jaarlijks fluctueren en in 2018 zijn er geen grote parkeerterreinen opgeknapt.
    • de lasten van het legen van parkeerautomaten zijn lager, omdat er meer gebruik wordt gemaakt van digitale betaalmogelijkheden hoeven de automaten minder vaak geleegd te worden.
    • de kosten van het beheer en onderhoud van de fietsenstalling zijn lager. Er zijn nog geen lasten groot onderhoud omdat de fietsenkelder nog relatief jong is. Voor de beheerkosten wordt jaarlijks een voorschotnota betaald en later volgt een eindafrekening. Tot nu toe zijn er geen grote verschillen tussen de eindafrekening en de voorschotnota.

Toelichting parkeren totaal

  • Met de introductie van de verplichte taakvelden in 2017 is er geen spraken meer van 1 product parkeren. De baten en lasten betreffende parkeren moeten worden toegerekend aan drie taakvelden.
    • Parkeerbelasting (0.63), opbrengsten straatparkeren en naheffingen
    • Openbare orde en veiligheid (1.2), parkeerhandhaving
    • Parkeren (2.2), o.a. beleid, onderhoud parkeerplaatsen, parkeerautomaten, parkeervergunningen, fietsenstalling Stationsplein.

Bij deze taakvelden is toegelicht wat het resultaat is, in onderstaand overzicht is weergegeven wat het effect op de parkeerreserve is van deze drie taakvelden.

Voor deze drie taakvelden is €1,2 mln onttrokken en €1,1 mln gestort in de parkeerreserve. Per saldo is €267 dzd minder onttrokken dan begroot.

Economische havens en waterwegen (2.4); voordelig saldo €153 dzd.

  • Het voordelige resultaat wordt veroorzaakt door hogere opbrengst zeehavengelden dan begroot, dit heeft vooral te maken met de toename van overslag in zeeschepen van grondstoffen en schroot. De opbrengst binnenhavengeld was lager dan begroot als gevolg van het wegvallen van de ladingstroom van gemalen en nat slakzand.
  • De lasten wijken vrijwel niet af. Opvallend is wel dat het budget dat beschikbaar is gesteld voor baggeren niet is benut omdat peilgegevens uit 2018 aangeven dat baggeren niet nodig was in 2018. Andere kostenposten zijn overschreden. De personele lasten waren hoger dan begroot door overwerk en de inzet van een vervangende havenmeester, hiervoor is geen formatie beschikbaar. Verder zijn er kosten van duikinspecties, deze (onderzoeks) kosten hangen samen met het inzichtelijk maken van de staat van onderhoud en restlevensduur van de haveninfrastructuur.
    Deze kosten hangen samen met de voorbereidingen voor de beoogde verzelfstandiging.
    Hogere lasten port security; er was meer inzet nodig van port security-personeel omdat er meer scheepsbewegingen waren in 2018.
    Als laatste waren er incidenteel kosten voor de afhandeling van een juridisch geschil.
ga terug