Risico-inventarisatie
Algemeen
Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis die een negatief gevolg met zich mee kan brengen. Voor het weerstandsvermogen is het relevant om de risico’s te inventariseren waarvoor geen maatregelen zijn getroffen (bijvoorbeeld door risico’s te voorzien of te verzekeren). In deze paragraaf worden de meest relevante risico’s voor de gemeente Beverwijk uiteengezet.
Exploitatierisico’s
De exploitatierisico’s worden berekend op basis van de vastgestelde nota Risicomanagement en weerstandsvermogen. Daarnaast zijn er een aantal specifieke exploitatierisico’s, welke hieronder worden toegelicht.
Gemeentefonds (1)
Algemeen
Het gemeentefonds is gebaseerd op de Rijksbegroting waaruit de gemeenten jaarlijks een algemene uitkering (AU) krijgen. Deze AU kent een aantal onzekere factoren.
De belangrijkste hiervan zijn de ontwikkeling van de rijksuitgaven en de economische ontwikkeling van Nederland. De voeding van het gemeentefonds is gekoppeld aan de rijksuitgaven, de zogenaamde normeringsystematiek. Er is sprake van een algemeen risico omdat de omvang van het gemeentefonds jaarlijks daalt en stijgt met de rijksuitgaven en bovendien wordt beïnvloed door wijziging in taken van gemeenten.
Drie kalenderjaren na dato wordt de werkelijke AU pas definitief vastgesteld. Hierdoor kunnen gedurende het jaar de nodige verrekeningen uit voorgaande jaren plaatsvinden. Daarnaast wordt de AU voor het nieuwe jaar berekend op basis van geschatte eenheden.
De werkelijke uitkering kan dus in positieve of negatieve zin afwijken van de prognose.
Decembercirculaire 2018
De decembercirculaire is geen bijstelmoment voor het accres. Het definitieve accres over 2018 wordt zoals gebruikelijk aangepast bij de meicirculaire 2019 en verwerkt in uitkeringsjaar 2019. Wel wordt op basis van de Najaarsnota van de Rijksoverheid een waarschuwing afgegeven voor een neerwaartse bijstelling van het accres van uitkeringsjaar 2018 door onderuitputting van de rijksuitgaven.
Voor Beverwijk komt dit neer op ongeveer €230 dzd, maar dit kan op basis van de uitgaven van het Rijk in de laatste maanden van 2018 nog veranderen. Bij de meicirculaire 2019 zal hierover meer duidelijk zijn.
Op basis van een uitspraak van de commissie BBV is het niet toegestaan om de verwachte neerwaartse bijstelling van het accres over 2018 als nadeel mee te nemen in de jaarrekening 2018. Daarom wordt dit bedrag als risico genoemd in deze paragraaf.
Het risico van het gemeentefonds is berekend op € 230 dzd.
Gemeentelijke garantstellingen (2)
Gemeente Beverwijk stelt zich garant voor leningen van diverse instellingen en kan aangesproken worden voor tekorten bij gemeenschappelijke regelingen. Op het moment dat de financiële situatie verslechtert bij instellingen en gemeenschappelijke regelingen kan dit financiële gevolgen hebben voor de gemeente. Er wordt dan een beroep gedaan op de gestelde garanties door de gemeente. Om het risico zo veel mogelijk te beperken staan hier in veel gevallen contragaranties van waarborgfondsen en activa van corporaties en stichtingen tegenover. Er zijn geen signalen bekend dat risico’s op dit gebied zich gaan voordoen. Het risico wordt, mede gegeven de aanwezige waarborgen, geschat op €0.
Open einderegelingen (3)
Bij open einderegelingen kan door onvoorziene groei lastenstijging optreden bij toename van het aantal aanvragen. In het bijzonder het recht op bijstand vormt een risico voor de begroting. De gemeente kan bij een onverwacht tekort een beroep doen op een vangnetuitkering over dat jaar. Dit is echter pas mogelijk indien het tekort in dat jaar meer dan 5% van het toegekende budget bedraagt. 5% van het huidige budget is ca. €675 dzd.
Voorgesteld wordt een risicobedrag aan te houden van €675 dzd.
Liquiditeit, renteresultaat (4)
Het renteresultaat is structureel gedekt in de begroting op basis van de meest recente liquiditeitsprognose. Het college monitort de ontwikkeling en voortgang van de geplande investeringen continu en blijft scherp op mogelijke andere acties om het liquiditeitsoverschot terug te dringen. Dit binnen de kaders van het Treasurystatuut (vastgesteld op 19 maart 2015). Risico’s die van materiële invloed zijn op het renteresultaat worden geschat op €0.
Decentralisaties (5)
Hoewel in de meerjarenraming de geactualiseerde prognoses voor de decentralisaties zijn opgenomen, blijven er onzekerheden bestaan die mogelijk invloed hebben op de begroting.
Vanaf 2019 gaat het integreerbare deel van de integratie uitkering sociaal domein (IUSD) op in de algemene uitkering en gaat daarmee deel uitmaken van de trap-op-trap-af systematiek. De lasten in de begroting zijn vanaf 2019 op verwachte lasten geraamd en niet meer op basis van de integratie-uitkering sociaal domein. De verwachting is dat de aanpassingen van de rijksbijdragen voor jeugdzorg en Wmo begeleiding beperkt zullen zijn. Er zijn wel een aantal ontwikkelingen die volgen in de komende jaren. Deze ontwikkelingen hebben een (niet kwantificeerbaar) risico, bijvoorbeeld de aanzuigende werking van de invoering van het abonnementstarief (2019) en de aanpassing op het bepalen van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet (2021). Welke structurele gevolgen deze ontwikkelingen hebben is nog niet in te schatten.
In de “Beantwoording op motie 22, inventarisatie structurele en niet structurele financiële risico’s in het Sociaal Domein” (UIT-18-38316) zijn de risico’s in beeld gebracht.
De financiële incidentele risico’s maken onderdeel uit van de exploitatierisico's en worden gedekt door de bestemmingsreserve 3D (decentralisaties).
Planschade als gevolg van bestemmingsplan Kagerweg (6)
Er is een verzoek ingediend om vergoeding planschade die zou zijn geleden als gevolg van het vaststellen van bestemmingsplan Kagerweg. Een onafhankelijk adviesbureau heeft geadviseerd om de claim af te wijzen omdat er geen planologisch nadeel ontstaat. Op basis van het uitgebrachte advies is de claim afgewezen, hier is echter bezwaar tegen gemaakt. De rechtbank Noord-Holland heeft in april 2017 uitspraak gedaan maar beide partijen zijn hiertegen in hoger beroep gegaan. In het hoger beroep is de gemeente in het ongelijk gesteld. Er is sprake van planschade. De hoogte van de planschade staat nog ter discussie. De gemeente heeft een inschatting van de planschade als lasten opgenomen in deze jaarrekening. De definitieve planschade kan hiervan afwijken en wordt als risico meegewogen in deze paragraaf. Het risicobedrag maakt onderdeel uit van de exploitatierisico's.
Vennootschapsbelasting (7)
Overheidslichamen, waaronder gemeenten, zijn belastingplichtig voor de VpB. Voorheen (< 2016) waren gemeenten vrijgesteld van VpB. De nieuwe wetgeving beoogt niet alle activiteiten van gemeenten in de heffing (20-25%) te betrekken, maar slechts die activiteiten waarmee gemeenten deelnemen aan het economisch verkeer en daarmee winst behalen of in concurrentie treden met de private sector. Grondexploitaties vallen hieronder en worden hierna toegelicht. Voor zowel de grondexploitaties als de overige VpB activiteiten geldt dat tijdens het opstellen van de jaarstukken de verwachting is dat geen VpB over 2018 afgedragen hoeft te worden. Omdat de contante waarde van de grondexploitaties onderdeel uitmaakt van de weerstandscapaciteit is dit bedrag gecorrigeerd voor 25% VpB. Zie 'beschikbare weerstandscapaciteit.'
Grondexploitaties
Naar verwacht is het te betalen bedrag aan VpB op de grondexploitaties van de gemeente Beverwijk op korte termijn beperkt, omdat de verkoopopbrengst nagenoeg gelijk is aan de waarde (fiscale kostprijs van de grondexploitaties) op de fiscale balans. Er is dan vrijwel geen sprake van fiscale winst. Dit wijzigt naarmate meer opbrengsten gerealiseerd worden.
Verleggen hoogspanningskabels (8)
Gemeente Beverwijk heeft een verschil van inzicht met TenneT over de kostenverdeling voor het verleggen van hoogspanningskabels. De vordering van Tennet op de gemeente bedraagt ca. €140 dzd en die van de gemeente op Tennet bedraagt ca. €57 dzd. De totale omvang van het geschil bedraagt ca. €197 dzd. Er zijn door de partijen nog geen gerechtelijke stappen ondernomen om openstaande bedragen te innen. Indien de partijen niet tot overeenstemming komen kan een gerechtelijke uitspraak bepalen welke partij de kosten draagt. Het eventuele risicobedrag maakt deel uit van de totale exploitatierisico’s.
Uittreding Uitgeest uit Gemeenschappelijke regelingen (9)
Gemeente Uitgeest is ambtelijk gefuseerd en maakt onderdeel uit van de BUCH gemeenten. Omdat Uitgeest participeerde in verschillende gemeenschappelijke regelingen in IJmond verband zal Uitgeest waarschijnlijk (gedeeltelijk) uittreden uit deze gemeenschappelijke regelingen. Het gevolg is dat per uittreding beoordeeld wordt wat de schade van de achterblijvende gemeenten is. Bij uittreding is veelal afgesproken in de gemeenschappelijke regelingen dat achterblijvende gemeenten geen schade mogen ondervinden. Daarom is het risico op €0 gezet.
Ontwikkeling fiscaliteit straatparkeren (10)
Al enige tijd is er een juridisch dispuut over de vraag of gemeenten btw moeten afdragen over de parkeerinkomsten aan de openbare weg. In november 2016 heeft de rechtbank van Gelderland bepaald dat het achterwege laten van de btw-heffing bij betaald parkeren op straat tot concurrentieverstoring leidt. Om de concurrentieverstoring op te heffen moet de gemeente naar het oordeel van de rechtbank voor de gelegenheid geven tot straatparkeren als ondernemer worden aangemerkt en een factuur met btw uitreiken. Deze uitspraak staat haaks op een uitspraak van mei 2016 van Hof Arnhem-Leeuwarden waarin werd geoordeeld dat straatparkeren en parkeren achter een slagboom geen soortgelijke diensten zijn die met elkaar concurreren. Tegen deze uitspraak is hoger beroep aangetekend.
De Advocaat Generaal van de Hoge Raad heeft in september 2017 geadviseerd de gemeentelijke parkeerbelastingen btw-plichtig te maken omdat de gemeentelijke voorzieningen concurreren met de bedrijven. Het advies van de Advocaat General wordt vaak opgevolgd door de Hoge raad. Indien de Hoge Raad het advies van de Advocaat Generaal overneemt en oordeelt dat de overheid als ondernemer wordt aangemerkt betekent dit dat er over de opbrengst van het straatparkeren btw moet worden afgedragen. Verder bestaat de kans dat er ook VpB moet worden afgedragen over deze activiteit als de overheidstakenvrijstelling niet langer van toepassing is.
In de jaarrekening van 2018 is €1,1 mln aan inkomsten opgenomen voor straatparkeren en hiervan zou €223 dzd als btw moeten worden afgedragen. Het is aan de Hoge Raad en/of de regering om te bepalen vanaf wanneer het effect zal optreden; vanaf de datum van het arrest of met terugwerkende kracht. De btw betreft Europese btw-regelgeving en een oordeel van de Hoge Raad inzake straatparkeren en btw kan ook fiscale gevolgen hebben voor andere lidstaten en de verschuldigdheid van VpB. Gelet op deze Europeesrechtelijke dimensie kan het nog jaren duren voor er een uitspraak komt. Gezien de verwachting dat het nog jaren gaat duren voordat er meer duidelijkheid is, wordt het risico op €0 geschat.
Indien er een uitspraak komt die duidelijk aangeeft dat gemeenten btw moeten gaan heffen en/of er VpB moeten gaan afdragen zal het college met dekkingsvoorstellen komen om de effecten te dekken. Het college zal hierbij meerdere dekkingsopties aan de gemeenteraad voorleggen.
Algemene verordening gegevensbescherming (11)
In mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ingevoerd. Dit betekent: versterking en uitbreiding van de privacyrechten, meer verantwoordelijkheden voor organisaties die persoonsgegevens verwerken en bij overtreding van de AVG boetes die kunnen oplopen tot €20 mln. Dit betekent dat het niet op orde hebben van de privacymaatregelen forse risico’s met zich meebrengen. Het college stelt alles in het werk om AVG-proof te zijn. Zo worden alle kernprocessen geanalyseerd op (digitale) veiligheid en privacy om noodzakelijke maatregelen te treffen. Ook met samenwerkingspartijen worden overeenkomsten gesloten met afspraken over gegevensverwerking en aansprakelijkheid. Ondanks de genomen maatregelen blijft het risico op overtreding van de AVG en een eventuele boete bestaan. Geschat wordt dat een eventuele boete snel enkele tienduizenden euro’s zal bedragen. Het eventuele risicobedrag maakt deel uit van de totale exploitatierisico’s.
Bluswatervoorzieningen (12)
Naar aanleiding van een aantal grote branden/incidenten, waarbij het aanleveren van bluswater een probleem opleverde in de regio Kennemerland, is in 2015 onderzoek gedaan door de VRK naar de bluswatervoorziening in de gehele regio. Daarbij is gebleken dat er een groot tekort is aan beschikbare brandkranen en waterwinpunten. De VRK heeft hiervoor een businesscase met een tweetal oplossingsrichtingen nader uitgewerkt. In 2019 wordt aan de gemeenteraad de mogelijkheid geboden om een zienswijze in te dienen, waarna besluitvorming in het AB van de VRK zal plaatsvinden. Dit kan leiden tot een hogere bijdrage aan de VRK, de omvang hiervan is nog onzeker. Het eventuele risicobedrag maakt deel uit van de totale exploitatierisico’s.
Precario nutsleidingen (13)
Vervallen. Er lopen geen bezwaren meer tegen de aanslagopleggingen.
Overige geschillen (14)
De gemeente Beverwijk is verwikkeld in enkele geschillen met derden, de aard van de geschillen is divers. In deze paragraaf wordt daar geen verdere duiding aangegeven om de positie van de gemeente niet te schaden. Het risico van deze geschillen is dat gemeente aangesproken kan worden op geleden schades door derden en/of bepaalde vorderingen niet kan innen. Voor zover hiervoor geen voorzieningen zijn getroffen wordt in deze paragraaf rekening gehouden met een risicobedrag. Het maximale risico op schade vanwege deze geschillen wordt in geschat op €500 dzd.
Uitbreiding btw-vrijstelling sport (15)
Door aangepaste regelgeving op het gebied van btw is de btw-vrijstelling voor het gelegenheid geven tot sport verruimt. Dit leidt ertoe dat de gemeente bij ongewijzigd beleid geen btw meer kan terugvragen bij de belastingdienst. Er wordt onderzocht op welke wijze de ‘btw-schade’ zoveel mogelijk beperkt kan worden. Het mogelijke risico is daarom lastig in te schatten. De compensatie regeling voor het btw nadeel, de SPUK regeling, is aangevraagd.
Voor 2018 is het risico € 0, omdat de regelgeving per 1 januari 2019 ingaat. Het risico voor 2019 wordt opgevangen binnen de exploitatierisico's.
Berekening exploitatierisico’s
Naast de hiervoor genoemde specifieke risico’s wordt, conform de nota weerstandsvermogen en risicomanagement, rekening gehouden met een risicobedrag op basis van de totale lasten. De exploitatierisico’s bedragen €3,9 mln en worden als volgt berekend;
Totale lasten (inclusief stortingen in de reserves) × financieel gevolg van 10% (conform de nota weerstandsvermogen en risicomanagement) × kans van 33% (schatting kans van optreden).
Risico's in de grondexploitaties
Het risicobedrag voor de grondexploitaties is conform systematiek van het concept meerjarenplan (MJP) bepaald. Dat betekent dat het risicobedrag gelijk is aan de hoogste boekwaarde binnen de looptijd van de grondexploitaties. Hierdoor is er een risicobedrag van €4,5 mln terwijl de verwachting is dat de grondexploitatie winstgevend zijn. Het risico dat meeweegt in de totale weerstandsratio betreft de risico’s in de grondexploitaties minus de stand van de bestemmingsreserve.
Grex | Risico bedrag |
Risico's grondexploitatie | 4.470 |
Bestemmingsreserve grondexploitaties (B) | 3.838 |
Risico's grex - bestemmingsreserve (A-B-C) | 632 |
Afgedane risico's
Vermakelijkhedenretributie;
Het bezwaar over de aanslag 2012 en 2016 is door de rechter op 7 maart 2019 afgewezen en de gemeente is volledig in het gelijk gesteld.